2 juli 2016 overleed Elie Wiesel, een overlevende van verschillende concentratiekampen, waaronder Auschwitz. Daarom heb ik zijn bekendste boek, ’Nacht’ weer gelezen. Nou ja, geluisterd. En dit is een boek dat blijft aangrijpen en niet zelden zette ik het audioboek uit met een dikke keel, achterblijvend met een hoofd vol gedachten uit. Ik probeer een paar van die gedachten vast te pakken.
Naar Auschwitz
Elie kwam in de Tweede Wereldoorlog in het concentratiekamp terecht als 15 jarige Joodse jongen, na eerst te zijn opgesloten in een Joods getto. Direct na het uitstappen uit de veewagens is hij zijn moeder en zusje uit het oog verloren; zij zijn direct naar de gaskamers en de crematoria gebracht. Tot vlak voor de bevrijding is hij samen gebleven met zijn vader. Onder erbarmelijke en bijna niet te beschrijven omstandigheden.
Het is hartverscheurend om te lezen hoe hij meer en meer afgestompt raakt, hoe de onmenselijke onderdrukking van mensen gevoelloze beesten maakt die alleen maar willen overleven en puur op instinkt nog leven.
Het is hartverscheurend om te lezen hoe hij uiteindelijk zichzelf begint te haten omdat er de gedachte opkomt dat het misschien maar beter zou zijn dat zijn vader eindelijk dood zou gaan. Die gedachte bekroop hem na een uitputtende mars in de vrieskou richting Buchenwald.
Zijn vader stierf uiteindelijk, de naam van zijn zoon prevelend op de lippen, nadat hij weer was mishandeld door een SS’er.
Nacht
Na de oorlog heeft Elie het boekje ’Nacht’ geschreven. Het heeft hem destijds veel moeite gekost om de eerste uitgave gedrukt te krijgen. Al die vreselijkheid, wie zit daar nu op te wachten? We moeten de nieuwe naoorlogse generatie er maar niet zoveel mee belasting, zo was het idee. Dus hou al die ellende van de concentratiekamp-generatie maar voor je. Dat was allemaal zo duister en zo donker, te zwaar om te vertellen.
Zo dachten ze. Maar het is ondertussen wel duidelijk dat we niet mogen vergeten, niet mogen verzwijgen, niet mogen wegkijken. Want als we vergeten, dan zullen dezelfde gruwelijkheden weer herhalen. Waarom is het zo, dat mensen zo graag willen vergeten? We willen liever niet met de ellende van de ander worden geconfronteerd.
Hoe kan de wereld zo stil blijven?
Elie vraagt zijn vader op een gegeven moment: “Kan dit echt allemaal waar zijn? Dit is de twintigste eeuw, dit zijn toch niet de Middeleeuwen. Wie zou toestaan dat zulke misdaden worden gepleegd? Hoe kan de wereld zo stil blijven?” Maar het was wèl waar. Op het hoogtepunt van de menselijke vooruitgang in technologie, wetenschap, kennis bleek de mens in staat tot de meest wrede misdaden.
Achteraf heeft hij weleens getwijfeld of het allemaal waar is wat hij zich meende te herinneren. Sommige dingen waren toch te gruwelijk, te ondenkbaar. Zoals de herinnering dat hij, bij binnenkomst in concentratiekamp Auschwitz, zag dat kinderen direct in het vuur werden gegooid. Zij moesten toch al dood zijn? Maar uit andere getuigenissen bleek dat daadwerkelijk de kinderen levend in het vuur werden gegooid, dat er niet eens de moeite werd gedaan hen te vergassen.
Wat een vreselijke herinneringen.
Maar we mogen niet vergeten waar de mens toe in staat is.
Als er een grote les is vanuit de vreselijke ellende uit de Tweede Wereldoorlog is, dan is het wel dat er maar weinig onder ogen wilden zien wat er daadwerkelijk aan de hand was. Die tendens is nog steeds van belang om onder ogen te zien. Want daar waar mensen het menselijke leed willen ontkennen, bagatelliseren, externaliseren, vergeten of gewoon blijven negeren, daar zijn we op weg naar ongekend leed. ‘Dit nooit meer’, werd gezegd.
Bonhoeffer, dominee en spion
Laatst luisterde ik ook naar het verhaal van Dietrich Bonhoeffer, de dominee die ook onderdeel was van een moordcomplot op Adolf Hitler. In de jaren voor het uitbreken van wat we uiteindelijk de Tweede Wereldoorlog zijn gaan noemen, had niemand gedacht dat een land zo snel zo kon omdraaien en achter een vreselijke dictator ging staan.
Sommigen dachten dat ze hem (Hitler dus) maar een paar jaar moesten laten gaan zodat iedereen zou zien wat zijn plannen waren, en dat dus ondertussen iedereen wel zou door krijgen dat die Hitler toch waardeloos was en slecht voor het land. De bevolking zou snel genoeg bij zijn positieven zijn om daarna alles weer recht te trekken met nieuwe verkiezingen.
Maar het kwam niet vanzelf goed.
Die geschiedenis kennen we.
Het heeft Dietrich zijn leven gekost. Omdat hij geloofde dat je niet aan de zijlijn kon blijven staan. En deze theoloog was bereid om de hoogste prijs te betalen.
Het valt dus niet mee
Volgens mij moeten we in onze tijd niet meer verbaasd zijn van grote veranderingen. En dat deze grote veranderingen niet wel mee zullen vallen. Ik hoop dat we wakker blijven, maar op een andere manier ‘wakker’ als ondertussen door complotdenkers en wappies wordt gebruikt. Maar wakker door ons niet door zoete praatjes te laten bezighouden, dat het allemaal wel meevalt.
Ervanuit gaan dat het vanzelf weer goed komt, dat moeten we maar eens uit ons hoofd zetten. Ellende zoals in overvolle vluchtelingenkampen… het komt niet vanzelf goed.
Het kwaad regeert omdat goede mensen zwijgen.
Er is een hele weg te gaan voor we beter zijn dan de weg van angst voor vreemdelingen, angst voor de invloed van andere culturen, angst voor mensen met andere religieuze overtuigingen.
De goede mensen moeten niet zwijgen. Het zou de eerste impuls moeten zijn van een mens om dat wat zwak is te helpen, om de zieken te verzorgen, om kleine kinderen te beschermen.
Die ellende die Elie Wiesel en Dietrich Bonhoeffer meemaakten, is nog niet zo lang geleden. Het is allemaal niet zo ver weg, dat de wereld ‘gezuiverd’ door groten der aarde door het zwakke uitroeien, kinderen te vermoorden, zieken en oude mensen uit de weg te ruimen.
Is dat dramatisch? Wel, het klinkt misschien te dramatisch, maar daarom moet de geschiedenis worden verteld, daarom mogen we niet zwijgen.
Niet wegkijken
Het feit dat je nooit een mens hebt doodgemarteld zien worden, wil niet zeggen dat het niet gebeurt. Het feit dat je je niet kan voorstellen dat er zulke vreselijke dingen gebeuren, wil nog niet zeggen dat het niet gebeurt. En, beste Hollandse westerling, als het gebeurt met mensen met een ander kleurtje, mensen die een andere taal spreken dan jij machtig bent, wil nog niet zeggen dat het niet godvergeten vreselijk is wat er gebeurt.
Er mag niet worden gezwegen. Er mag niet worden weggekeken. Wij mogen niet comfortabel verder gaan terwijl er mensen worden onderdrukt en in een uitzichtloos bestaan gevangen zitten.
Terwijl ik dit schrijf, voelt het of ik me veroordeel tot een rusteloos bestaan. Rusteloos, totdat er vrede en recht zal zijn. En iedereen elkaars naaste zal zijn.
ONVERSCHILLIGHEID
Ik heb altijd geloofd dat
het tegengestelde van liefde niet haat is,
maar onverschilligheid,het tegengestelde van kunst niet lelijkheid,
maar onverschilligheid,het tegengestelde van leven niet dood,
maar onverschilligheid jegens beide,het tegengestelde van vrede niet oorlog,
maar onverschilligheid jegens beide.Het tegengestelde van cultuur, schoonheid,
edelmoedigheid is onverschilligheid.
Dat is de vijand.En daarom geloof ik
dat literatuur of kunst
of schrijven of onderwijzen
of werken voor de mensheid
maar één doel heeft:
vechten tegen de onverschilligheid.Elie Wiesel over onverschilligheid, U.S. News and World Report (27 October 1986)
Eliëzer (Elie) Wiesel (30 september 1928 – 2 juli 2016) was een Joods-Amerikaans schrijver van verschillende boeken over zijn ervaringen in de Holocaust die hij overleefde. Hij ontving de Nobelprijs voor de Vrede in 1986. Bekijk de toespraak van Elie Wiesel bij de uitreiking »
Een eerdere versie van dit artikel schreef ik in juli 2016, de week van het overlijden van Elie Wiesel.